Vlaanderen heeft een enorm veelzijdig cultureel leven. Van stad tot kleinste gehucht, overal in het land kunnen inwoners cultuur beleven. In allerlei vormen, voor elk wat wils, vaak gedragen door veel geëngageerde vrijwilligers in evenzoveel organisaties. Én internationaal geroemd.  

Tegelijk staat het Vlaams cultuurbeleid voor heel wat uitdagingen. Daarom pleiten de culturele belangenbehartigers cult!, De Federatie, OCE en oKo voor een toekomstgericht partnerschap met de Vlaamse overheid. In functie van een daadkrachtig, ambitieus en efficiënt cultuurbeleid. In aanloop naar de verkiezingen formuleren ze samen vijf onontbeerlijke pijlers.

1.

Een kwaliteitskader voor cultuur

Elke burger heeft recht op culturele ontplooiing. Dat staat in artikel 23 van de grondwet. Of je nu in Aalst of Zonhoven woont, publiek of kunstenaar bent, professioneel dan wel liefhebber. Of je met erfgoed aan de slag bent, met levenslang leren of met buurtwerk: je wil een kwaliteitsvolle cultuurbeleving die dichtbij, inspirerend en genereus voor je is. 

De plek waar je woont, bepaalt steeds meer welke kansen op cultuur je krijgt én welke je niet krijgt. Lokale besturen investeren vandaag in cultuur, maar budgettaire krapte dwingt hen om keuzes te maken met vaak ongewenste en onvoorziene gevolgen: uitdagingen blijven te lang liggen en er ontstaan kraters in het cultuurlandschap die impact hebben op de economische en maatschappelijke veerkracht van het hele cultuurveld. En dat is niet de schuld van één beleidsniveau. Het wijst op een gebrek aan gedeelde verantwoordelijkheid en verbondenheid over alle beleidsniveaus heen.

Het is een goede zaak om de verantwoordelijkheid over cultuur dicht bij de burger te hebben, maar er is meer nodig.Vlaanderen moet de ambitie hebben om overal een gezond en krachtig cultuurlandschap mogelijk te maken. Daar zijn een systemische blik en een breed perspectief voor nodig. Om die reden vragen we dat Vlaanderen met open vizier in dialoog gaat met de betrokken beleidsniveaus. Om met respect voor de autonomie en dynamiek van de cultuursector te werken aan een complementair, ambitieus en inspirerend kwaliteitskader voor de invulling van artikel 23.

dat kwaliteitskader zorgt voor:

  • duidelijkere rollen binnen de diverse beleidsniveaus met één gedeelde visie;

  • meer complementariteit door overleg en afstemming tussen het lokale, bovenlokale, Brusselse en het Vlaamse niveau;

  • een helikopteroverzicht door samen werk te maken van betere monitoring;

  • optimale kansen voor de autonome ontwikkeling van het fijnmazige netwerk dat onze cultuursector is, en dat in het hele land.

Het spreekt voor zich dat een kwaliteitskader alleen niet volstaat. Solide cultuurbudgetten en slagkrachtige administraties die zowel de lokale als de Vlaamse capaciteit versterken, zijn even goed nodig. Net als betere ondersteuning voor meer bovenlokale samenwerking, zowel op initiatief van overheden als vanuit de cultuursector. 

2.

Samen investeren voor meer impact

Met amper 1 procent van de Vlaamse begroting realiseert de cultuursector een zeer grote maatschappelijke impact. Sociale cohesie, artistieke kwaliteit, mentaal welzijn, constructief burgerschap, levenslang leren, verbeeldingskracht, zorg voor erfgoed... Zowel wetenschappers als burgers erkennen de impact van de cultuursector en spreken hun waardering uit. Dat sterkt ons in de ambitie om meer én beter te doen. 

Tegelijk zorgt inflatie ervoor dat onze financiële veerkracht te veel inkrimpt. Het is vandaag al  onhoudbaar. De tewerkstelling waarborgen, kwaliteitsvolle programma’s en de verankering in de samenleving staat enorm onder druk. En dat terwijl de cultuursector juist meer op nieuwe vragen en maatschappelijke noden van burgers wil kunnen inzetten. 

We roepen Vlaanderen op tot een stevige investeringsinspanning voor de cultuursector. Wil Vlaanderen de ambitie hebben om op het niveau te komen van landen als Denemarken en Noorwegen, dan moet de ambitie zijn om op termijn van amper 1 naar 3% te evolueren. Want ook dat zal nauwelijks wegen op de Vlaamse begroting maar maakt voor elke burger in Vlaanderen een wereld van verschil. 

We vragen dit om:

  • duurzame financiering te realiseren en projecten en organisaties volwaardig te kunnen subsidiëren;

  • subsidie-engagementen volledig na te kunnen komen door volwaardige indexering van alle subsidies, ook voor de ingekantelde middelen in het gemeentefonds voor cultuur;

  • extra budgettaire ruimte in te kunnen zetten voor instroom en innovatie in de cultuursector;

  • extra budgettaire ruimte in te kunnen zetten voor de digitalisering van onze werkvloeren en het behoud en de verduurzaming van culturele infrastructuur.

3.      

Een sterke administratie voor sterk cultuurbeleid

Jarenlange besparingen en steeds meer opdrachten zetten een rem op de werking van het departement CJM. Kwaliteit komt onder druk te staan en toekomstwerven blijven liggen. Te veel wordt uitbesteed, waardoor duurzame kennisborging in het departement in het gedrang komt. Zonder een sterke administratie, geen sterk cultuurbeleid, dat is duidelijk. 

Een administratie levert pas goed werk als er sectorkennis aanwezig is en als ze kan en mag werken vanuit vertrouwen. Enkel door een grondige kennis van ontwikkelingen, realisaties en impact van alle cultuurorganisaties - ook lokale spelers -  kan de administratie  haar beleidsvoorbereidende rol veel beter opnemen. 

Meer sectorkennis zorgt bovendien voor een sneller en beter zicht op eventuele valkuilen voor uitvoering, zoals hoge planlast voor de sector, onnodige rapportages of inefficiënte controlemechanismen. 

We vragen:

  • geen verdere besparingen op het departement CJM maar een versterking ervan; 

  • een constante en open dialoog met de volledige cultuursector;

  • duurzame kennisborging in cocreatie met de steunpunten en de cultuursector; 

  • een democratisch en open kerntakendebat over de rol van het departement, samen met de medewerkers van CJM én met de cultuursector.

4.      

Onderwijs & cultuur: naar een slimme synergie

Het onderwijs en de cultuursector zijn bondgenoten: hun ambities vallen in de klas naadloos samen. Beide sectoren willen culturele kennis doorgeven, creativiteit en verbeelding aanwakkeren en het sociale en maatschappelijk engagement van kinderen, jongeren en volwassenen versterken. Zo maken we werk van levenslang leren. Maar juist daar ligt nog heel wat op de plank. Uit internationaal onderzoek blijkt dat onze implementatie onder het Europees gemiddelde - en dus slecht - scoort. Stevig uitpakken met alle mogelijke soorten leerkansen, zowel door formele als informele omgevingen: dat is wat ons te doen staat. Om dat optimaal te kunnen doen, is er meer structurele samenwerking met het onderwijs nodig. 

De samenwerking tussen cultuur en onderwijs blijft, ondanks grote inspanningen van leerkrachten en cultuurwerkers, te vaak beperkt tot eenmalige projecten of korte interventies. Er zijn nog te veel kleine, irritante drempels, denk maar aan de kost van de bus naar een museum die in veel scholen maar niet gefinancierd raakt. Er is veel meer mogelijk en veel meer nodig, maar zonder structurele ingrepen krijgen we het niet voor elkaar.

we willen:  

  • een einde maken aan sectorspecifieke regels (vb. administratieve verantwoording)  die de samenwerking op de werkvloer belemmeren nog voor ze begonnen is;

  • een ambitieuze en offensieve strategie voor levenslang leren waarbij de cultuursector een pivotale rol spelen;

  • volwaardige en duurzame vormen van samenwerking op alle beleidsniveaus en werkvloeren: zowel binnen onderwijs als in de cultuursector.

5.      

Bouw en vertrouw op de cultuursector

In dit land zijn burgers groots in ‘initiatief nemen’, zichzelf organiseren, mensen verenigen, de koe bij de horens vatten, samen problemen aanpakken of kansen creëren. 

Zuurstof geven aan de spontane en authentieke ondernemingszin van honderdduizenden, over generaties en achtergronden heen, dat is wat we van onze overheid verwachten. 

Hoe meer vertrouwen de overheid schenkt aan initiatieven van burgers, cultuurwerkers of kunstenaars, hoe sneller het vertrouwen van burgers in de overheid zal groeien. 

Rechtstreeks in het beleid van organisaties ingrijpen, micromanagement, het onwennig omgaan met wat schuurt of niet bekend is… Het zijn allemaal synoniemen van dezelfde kwaal: de wens om cultuurorganisaties in een bepaalde richting te sturen. 

We begrijpen dat democratisch verkozen beleidsmakers wensen hebben voor de cultuursector. Maar we vinden dat rechtstreekse interventie in bedrijfsvoering van organisaties niet de juiste weg is.

daarom vragen we:

  • Vertrouw en respecteer de autonomie van de cultuursector. Gebruik dit als basis voor het cultuurbeleid en zet het in het volgende Vlaams regeerakkoord als centrale missie;

  • Verbeter bestaande beleidskaders zodat het civiel perspectief, de autonomie van de cultuursector en -organisaties, in woord en daad gegarandeerd wordt;

  • Verdedig als beleidsmaker de autonomie van de cultuursector in het politieke debat en op sociale media;

  • Actualiseer en versterk het cultuurpact en de cultuurpactcommissie. Organiseer een breed gedragen debat in de politieke, publieke en culturele arena. Investeer in de ontwikkeling van nieuwe modellen om pluralisme een hedendaagse plek te geven in de culturele besluitvormingsprocessen;

  • Investeer en vertrouw op de expertise van de professionele cultuurwerkers in al onze cultuurorganisaties, op alle beleidsniveaus. Geef ze vleugels.